Tiny houses, woonschepen en stacaravans
Tiny houses hebben een hip en milieuvriendelijk imago. Politici zijn dan ook soms geneigd om het bewonen van tiny houses toe te staan. Iets vergelijkbaars geldt voor schepen: varend erfgoed is leuk, daarom wordt het bewonen van schepen soms getolereerd. Het is wel een voorrecht dat vrijwel uitsluitend verleend wordt aan rijke of hoogopgeleide mensen: een tiny house mag alleen als het duur en mooi is, een schip mag alleen als het varend erfgoed is. Een plek is meestal duur en het vinden van een plek lukt alleen met een “goed verhaal”. Als ik zomaar een gemeente opbel met de vraag of ik ergens in een stacaravan mag gaan wonen, maak ik weinig kans.
Alternatieve woonvormen zijn noodzakelijk zolang we de ruimte op aarde op de huidige manier blijven verhandelen. Er is plek genoeg voor iedereen, maar twee factoren maken het beschikken over je plekje op aarde een kostbare zaak:
1. Handel in grond. De ruimte op aarde delen we niet eerlijk, maar wordt verkocht aan de hoogste bieder. Dit stelt rijke mensen in staat om een groot stuk te bezetten, ten koste van een ander. Het zou wel eens onrealistisch kunnen zijn om te verwachten dat dit snel gaat veranderen, maar het is bizar dat niet ieder gratis kan beschikken over zijn eerlijke aandeel van wat de natuur de mensheid heeft geschonken.
2. Regelgeving die het gebruiken van ruimte onnodig lastig maakt. Als ik een vrije oever van een vaart wil gebruiken om op mijn schip te wonen, heeft niemand daar last van. Toch zal ik worden verjaagd door ijverige dienaren van de overheid. Stel dat ik de handel in grond beschouw als een “fact of life”, en ik koop een stukje land of water om daar in tiny houses, op historische schepen of in stacaravans te gaan wonen. Ook nu is de kans nog heel groot dat de overheid zich maximaal zal inspannen om mijn plannen te dwarsbomen.
Beide factoren samen zorgen ervoor dat de plekken waar je wel mag wonen onnodig duur zijn. Een plek waar je legaal op een schip mag wonen, kost normaal gesproken meer dan 100 000 Euro, terwijl er overal lege vaarten zijn waarop mensen zouden kunnen wonen zonder iemand in de weg te liggen.
Een van de manier om te overleven ondanks de hoge kosten voor je plekje op aarde, is het genoegen nemen met heel weinig ruimte. In feite is dit wat bewoners van tiny houses, schepen en caravans doen. Per vierkante meter betalen ze vaak een buitensporig hoog bedrag, maar door genoegen te nemen met een klein oppervlakte, is hun woonvorm betaalbaar. Men gebruikt bovendien andere argumenten dan “recht hebben op een plekje”: het tiny house is “hip en eco”, het schip is “varend erfgoed”. En de stacaravan? Wie in een stacaravan wil wonen, moet gewoon hopen niet betrapt te worden door de overheid.
Sommige mensen gebruiken als argument voor al deze regels dat plekken waar mensen anders wonen dan in een keurig huis, broeinesten zijn van criminaliteit. Men gebruikt het zelfs als een argument om alternatieve woonvormen duur te maken: dat schrikt boeven af. Het idee dat mensen die weinig geld hebben vaker iets doen wat niet mag, is niet zo vreemd. Echter, waar men dan tegen op zou moeten treden, is het criminele gedrag, en niet de woonvorm. Het met dit soort argumenten verbieden van een woonvorm is vergelijkbaar met het tegenwerken van mensen vanwege hun huidskleur of nationaliteit.
En wat moeten we nu dan doen? Ik zal onderscheid maken tussen de echte oplossing en een voorlopige oplossing.
De echte oplossing is dat we ieder zijn plekje op aarde moeten gunnen. Er zijn geen goede argumenten, om mensen hun eerlijke aandeel in de natuurlijke hulpbronnen te ontnemen. Er zijn wel veel slechte argumenten te verzinnen, bijvoorbeeld: ik heb er het eerste een hekje omheen gezet, of mijn grootvader heeft dit land als eerste bewerkt. De huidige handel in grond is het vervolg op dit soort argumenten. De echte oplossing is dat ieder zonder kosten over zijn eerlijke aandeel van de natuurlijke hulpbronnen moet kunnen beschikken. De meest simplistische oplossing is het in 16 miljoen stukjes verdelen van Nederland. Het kan echter ook op een meer realistische wijze: via belasting op de grondwaarde die iemand bezit. Wie een gemiddelde waarde aan grond bezit, hoeft niks te betalen. Wie veel grond bezit, betaalt aan mensen die weinig grond bezitten om deze mensen te compenseren voor het bezetten van hun ruimte. Het bedrag hiervoor dient zodanig te zijn, dat het de mogelijkheid schept om ermee over je plek op aarde te kunnen beschikken. Dit is simpelweg een kwestie van rekenen. Dit stelsel is veel eenvoudiger dan alle vormen van belasting waar we nu mee werken en zou een effectieve maatregel om te zorgen voor meer gelijkheid zijn.
Ik besef dat het lastig kan zijn om de mensheid te overtuigen van deze echte oplossing. Daarom een tijdelijke oplossing, of eigenlijk een lapje voor het bloeden: laat mensen die op een andere manier willen wonen hun gang gaan, vooral als ze genoegen nemen met veel minder dan de hoeveelheid ruimte waar ze recht op hebben. Accepteer alle tijdelijke woonvormen als er geen goede argumenten zijn om dit niet te doen. Gun iedereen die in een tiny house, op een schip of in een stacaravan wil wonen hiervoor een betaalbaar plekje, dit is een grondrecht. Accepteer dat deze mensen ook een adres willen hebben. Besef dat deze oplossing vele malen goedkoper is dan het bouwen van sociale huurwoningen. En besef ook dat niet iedereen blij wordt van een bestaan in een sociale huurwoning. Begrijp dat mensen die het “normale” huren of kopen van een huis proberen te ontlopen in hun recht staan. En denk ondertussen na over een echte oplossing.