Libertarisme zonder ongelijkheid

Heb je tijd om een half uurtje te luisteren? Klik dan hier!

Waarom woedt er al decennialang een strijd tussen de liberalen en de socialisten en waarom komen we geen steek verder? Daar gaan we het vandaag over hebben. Door op een iets andere manier te kijken naar vrijheid en ongelijkheid zouden we eindelijk eens wat verder kunnen komen. We hoeven niet te kiezen. We kunnen meer vrijheid eisen en tegelijkertijd streven naar meer gelijkheid.

Vrijheid en gelijkheid

De meeste mensen die vrijheid belangrijk vinden gruwen van het woord gelijkheid. Wie aan gelijkheid denkt, denkt misschien in eerste instantie aan belastingdiensten, toeslagenaffaires of aan een communistische heilstaat. Mensen die streven naar gelijkheid kunnen inderdaad enorm veel schade aanrichten, dat heeft de geschiedenis wel bewezen. En in de praktijk zijn ook de minder rijke mensen meestal beter af in een land waar vooral vrijheid hoog in het vaandel staat. Toch is het te gemakszuchtig om het ideaal van gelijke kansen zomaar los te laten. Sommige mensen hebben het zwaar en daar moeten we iets aan doen. Mike Otsuka heeft in 2003 een boek geschreven met de titel Libertarianism without inequality. Het idee van libertarisme zonder ongelijkheid kan ons in de goede richting helpen. We kunnen ook zorgen voor meer gelijkheid zonder daarbij veel schade aan te richten.

Misschien is het nuttig om de begrippen vrijheid en gelijke kansen eerst nog even kort te bespreken.

Vrijheid kan op een heleboel manieren worden gedefinieerd. Ik kies ervoor om het de betekenis van “leven en laten leven” te geven. Een ander mag zijn gang gaan als hij mij niet schaadt. En ik dwing een ander niet zomaar om iets te doen of te laten. Mensen mogen dingen op hun eigen manier doen en zelf kiezen met wie ze meedoen. Libertariers noemen dit ook wel het non-agressie-principe. Beginnen met slaan, afpakken of dreigen mag niet. Verdedigen mag, als het proportioneel is wel. Hoewel er altijd twijfelgevallen zullen bestaan, is dit uitgangspunt vrij duidelijk. Dit betekent zeker niet dat ik al die andere dingen die sommige mensen ook meenemen in hun definitie van vrijheid niet belangrijk vind. En het betekent ook niet dat vrijheid per definitie altijd de juiste keuze is. Michael Huemer heeft een paar mooie voorbeelden die duidelijk maken dat instemming niet altijd nodig is. Ik zal er eentje noemen. Stel, een vriend van je raakt zwaar gewond en moet om gered te worden heel snel naar het ziekenhuis. Niemand wil een lift geven, mensen willen liever geen bloed in hun auto. Mag je nu een auto van iemand afpakken om je vriend te redden? Ik zou het maar doen.

Vrijheid is dus misschien niet altijd de juiste optie, maar zouden we wel als normaal moeten beschouwen. Als we het als normaal zouden beschouwen om elkaars auto af te pakken in minder dringende situaties, bijvoorbeeld om even ergens patat te gaan halen, zou het een rommeltje worden. Als je een auto van iemand afpakt om het leven van je vriend te redden, besef je dat er sprake is van een bijzondere situatie en dat je iets doet dat niet normaal is.

Vrijheid leidt ertoe dat we de keuzes kunnen maken waarvan we gelukkig en welvarend denken te worden. Dwang leidt ertoe dat we dat in mindere mate kunnen doen. En vrijheid maakt een land welvarend, terwijl landen waarin de overheid probeert om de economie te beheersen arm worden.

Sommige mensen houden niet van vrijheid omdat vrije mensen de aarde kunnen vernietigen. Door de aarde te vernietigen brengen we echter anderen in gevaar. We kunnen het daarom zien als een vorm van initiatie van geweld. Een vrije wereld houdt dus zeker niet in dat we de aarde mogen vernietigen.

Er zijn ook mensen die vrijheid zien als de oorzaak waardoor grote bedrijven teveel macht hebben en gewone mensen te weinig. Grote bedrijven kunnen soms efficienter werken en daardoor groot worden. Echter, ook de bemoeizuchtige overheid is een belangrijke factor die grote bedrijven meer macht geeft. Kleine bedrijven hebben veel moeite met ingewikkelde regels en laten zich erdoor afschrikken. Grote bedrijven hebben een juridische afdeling die raad weet met dat soort gedoe. Daarnaast is vrienden-zijn met grote bedrijven een manier voor politici om machtig te worden en te blijven. Daarom krijgen grote bedrijven soms voordeeltjes die voor normale mensen onbereikbaar zijn. Ook dat is geen onderdeel van mijn definitie van vrijheid. In een vrije wereld bestaan grote bedrijven die vaak voordelige producten aanbieden. Maar kleine bedrijven en zelfstandigen hebben er ook goede kansen, bijvoorbeeld doordat ze flexibeler zijn dan de grotere bedrijven.

En dan het begrip gelijkheid.

Hiervan bestaan een heleboel smaken.

1. Gelijke behandeling. Als ik een vergunning nodig heb voor een dakkapel, of als ik word aangehouden omdat mijn achterlicht het niet doet, zou het niet uit moeten maken of ik een man of een vrouw ben, of ik een lichtere of donkerdere huid heb en of ik vriendjes ben met de wethouder. Daar zal iedereen het min of meer wel mee eens zijn.

2. Identiek zijn. Als we letterlijk gelijk zijn, zijn we allemaal precies hetzelfde. Dat zou de wereld saai maken en is dan ook niet het type gelijkheid waar we naar zouden moeten streven.

3. Gelijke uitkomsten. Dit houdt in dat we allemaal even rijk of gelukkig zouden worden. Aan dit streven kleven nogal wat bezwaren. Misschien wens ik bijvoorbeeld om part-time te werken omdat ik het fijn vind om te lummelen. Mijn buurman houdt van hard werken. Het zou vreemd zijn om te vinden dat we toch even rijk zouden moeten worden. Even gelukkig worden klinkt al beter. Maar afdwingen dat iedereen precies even gelukkig wordt lijkt wat lastig.

4. Gelijke kansen om wat moois van het leven te maken. Dit houdt in dat we het als verkeerd beschouwen dat voor sommige mensen al direct na de geboorte duidelijk is dat hun leven niet makkelijk zal zijn. Als je geboren wordt zonder benen, of als je niet zo slim bent, of als je ouders gemeen zijn, kan het wel eens moeilijk zijn om rijk of gelukkig te worden. Mensen die streven naar gelijke kansen leggen vaak de nadruk nogal op betaalbaar onderwijs. Dat is te gemakszuchtig. Betaalbaar onderwijs kan nuttig zijn voor slimme mensen met arme ouders. Maar wie echt vindt dat gelijke kansen belangrijk zijn, zou ook aandacht moeten hebben voor de kansen van de mensen die niet zo succesvol zijn op een school.

Wat mij betreft horen bij de gelijke kansen de dingen waar je niet voor kunt kiezen. Dat is niet alleen hoe je geboren wordt, maar het kan ook gaan om geluk of pech verderop in je leven. Als twee mensen een vergelijkbaar leven hebben, maar 1 heeft de pech om invalide te raken, zou je kunnen spreken van ongelijke kansen. Wanneer iets pech is en wanneer iets een keuze is, is soms een lastige vraag. Als ik mijn been breek met parachutespringen of met kooivechten, is het dan pech of heb ik gekozen om een risico te nemen?

Als twee personen een vergelijkbaar leven hebben, maar 1 besluit om maximaal te sparen om vroeg te kunnen stoppen met werken en de ander gaat elk jaar zo lang mogelijk op reis, kun je nog wel spreken van gelijke kansen. De twee mensen hebben enkel een andere keuze gemaakt. De ene kiest ervoor om te sparen, de ander kiest ervoor om eerder te genieten.

Wat mij betreft hebben we het vanaf nu over de laatste vorm van gelijkheid: gelijke kansen om wat moois van het leven te maken.

En wat is dan het grote probleem?

Het grote probleem is dat het gebruikelijk is om ervan uit te gaan dat vrijheid en gelijkheid niet goed samen gaan. Daarom zijn libertariers en socialisten het meestal niet met elkaar eens. En daarom gaan de meeste mensen ervan uit dat we moeten kiezen. Wat meer vrijheid en wat minder gelijkheid of wat meer gelijkheid en wat minder vrijheid. En dat betekent dat niemand op deze manier ooit echt tevreden kan zijn.

De libertariers leggen de nadruk op het belang van vrijheid

Een persoon is niet het eigendom van de overheid maar in eerste instantie de baas over zichzelf. Als we onze eigen keuzes kunnen maken, maakt dit ons gelukkiger dan wanneer een ander ons voorschrijft hoe we moeten leven. En als we onze eigen afwegingen kunnen maken en handelen op basis van wederzijde instemming, maakt dit ons allemaal welvarend. In de geschiedenis zijn er diverse periodes geweest waarin overheden gingen proberen om dingen beter te organiseren dan de vrije markt. In theorie klinkt dat eerlijk, maar het resultaat was steeds vooral dat de gewone mensen hier arm van werden. Milton Friedman vertelt in Free to choose bijvoorbeeld over mensen die “stemmen met hun voeten” en van socialistische landen naar vrije landen verhuizen op zoek naar een beter bestaan.

Mensen die van vrijheid houden zien gelijkheid als een bedreiging voor hun vrijheid. Misschien zijn ze wel van mening dat ongelijkheid eigenlijk oneerlijk is, maar ze gaan ervan uit dat streven naar het opheffen van ongelijkheid vooral heel veel schade oplevert. Daarom strijden ze niet al te fanatiek tegen ongelijkheid.

Andere mensen leggen juist de nadruk op het belang van gelijke kansen

Het is niet eerlijk dat sommige mensen geboren worden in een rijke familie, de genen hebben om intelligent te worden en blaken van de gezondheid terwijl anderen geboren worden in een familie met weinig geld, niet zo goed kunnen leren en een zwak gestel hebben. Zijn mensen in principe bij geboorte gelijkwaardig? Dan is het lastig om een goede reden te verzinnen waarom het juist is dat mensen totaal geen gelijke kansen hebben om wat moois van hun leven te maken.

Deze mensen hebben wel degelijk een punt. Het is niet in orde dat nog steeds veel mensen arm zijn die daarvoor niet hebben gekozen. En dan heb ik het niet alleen over de mensen die bijna dood gaan van de honger, maar ook over de mensen die zich continu zorgen moeten maken over geld en de mensen die de hele week hard moeten werken om hun rekeningen net te kunnen betalen. Ongelijkheid is een serieus probleem waar we iets aan moeten doen.

Mensen die streven naar gelijke kansen geloven meestal in een bemoeizuchtige overheid als de oplossing van het probleem. Een overheid die voorschrijft dat de lonen omhoog moeten. Een overheid die allerlei dingen gratis weggeeft. Een overheid die bepaalde sectoren organiseert. De bedoelingen zijn goed, maar de resultaten zijn meestal dramatisch. Als mensen niet hun eigen geld voor zichzelf uitgeven, maar dat van anderen voor anderen uitgeven, leidt dat meestal tot veel verspilling. En al die regels die moeten zorgen voor meer gelijkheid leiden tot allerlei extra onverwachte en ongewenste effecten. Omdat de resultaten van mensen die streven naar gelijkheid meestal tegenvallen, kiezen velen ervoor om het op te geven.

Het lijkt daarom misschien verstandig om realistisch te zijn en ongelijkheid te accepteren. Maar er bestaat een beter oplossing: beter nadenken en naar oplossingen zoeken. Jullie kennen deze allemaal wel: “Wie op zijn 20 geen socialist is, heeft geen hart. Wie op zijn 30e geen libertarier is, heeft geen hersenen.” Ik zou daar graag aan toe willen voegen: “en wie op zijn 40e geen geolibertarier is, heeft zijn hersenen niet goed gebruikt.” Het is mogelijk om te streven naar gelijke kansen zonder onze vrijheid in te leveren. Maar daarvoor is wel een iets andere benadering nodig.

Het boek Libertarianism without inequality van Mike Otsuka toont aan dat het mogelijk is van een zeer hoge mate van vrijheid te combineren met een zeer hoge mate van gelijkheid. Hoe kan dat?

Laten we beginnen met de sluier van onwetendheid van John Rawls. Als jij naar de stembus gaat en je bent rijk, stem je misschien op een partij die tegen herverdeling is. En als je arm bent, stem je op een partij die juist voor meer herverdeling is. Dat is niet helemaal eerlijk. Je stemt voor je eigen belang in plaats van voor de meest rechtvaardige oplossing. De sluier van onwetendheid houdt in dat we moeten doen alsof we niet weten wie we zijn. Pas dan kunnen we werkelijk objectief zijn. We weten dus niet of we arm of rijk zijn, of onze wieg in Nederland of ergens in Afrika staat, of we intelligent of invalide zijn, enzovoort. Pas als we even niet meer weten wie we zijn, kunnen we echt op een verstandige manier nadenken over rechtvaardigheid.

Rawls zag in dat het voor de hand ligt dat mensen achter de sluier van onwetendheid veel oog hebben voor de belangen van de mensen die het slechtst af zijn. Vaak gebruikt men als voorbeeld iemand die een taart in stukken snijdt. Als die persoon weet niet welk stuk voor hem is, probeert hij alle stukken precies even groot te maken. Aan de andere kant zag Rawls in dat het totaal niet accepteren van enige mate van ongelijkheid normaal gesproken leidt tot een samenleving waarin ook de armere mensen slecht af zijn. Daarom stelde hij voor om ongelijkheid te accepteren voor zover dit in het belang was van de mensen die het slechts af zijn.

Deze manier van denken gaat ervan uit dat regels die zorgen voor meer gelijkheid ons gemiddeld armer maken. Als we alles eerlijk delen en je dus niet beloond wordt voor hard werken, ligt het bijvoorbeeld voor de hand dat veel mensen wat minder hard zullen gaan werken. Als we proberen te zorgen voor meer gelijkheid op manieren die onze levensvreugde en onze welvaart in hoge mate schaden, betekent dit dat we veel ongelijkheid moeten accepteren om te voorkomen dat het middel erger is dan de kwaal.

Mike Otsuka heeft beschreven hoe het anders kan. Als geo-libertarier beschouw ik het als normaal om de aarde als een geschenk aan de mensheid te zien en daarom eerlijk te delen. Otsuka gaat een stapje verder: hij maakt achter de sluier van onwetendheid gelijkewaardige pakketjes. De pakketjes bestaan uit de zaken die bepalen in welke mate mensen kans hebben op een welvarend of gelukkig leven. Hoewel de stukjes taart niet identiek kunnen zijn, zouden ze wel gelijkwaardig moeten zijn. Het zou niet zoveel uit moeten maken welk stukje taart je krijgt.

Stel je de volgende mensen voor:

  • Pietje is gezond en gemiddeld goed in geld verdienen. Hij komt uit een normaal gezin.
  • Klaasje is gezond en heel erg goed in geld verdienen. Zijn ouders zijn aardig en rijk.
  • Jantje heeft een zwakke gezondheid en is heel slecht in geld verdienen. Zijn ouders zijn arm.

We gaan er hier voor het gemak even van uit dat mensen met weinig geld zorgen hebben en mensen met veel geld een leuker leven hebben. Het is op deze manier denk ik vrij duidelijk dat er sprake is van ongelijkheid. Als ik op basis van deze informatie mag kiezen wie ik zou willen zijn, zou ik liever Klaasje zijn dan Jantje.

We kunnen echter achter de sluier van onwetendheid zorgen voor gelijke kansen. Dat doen we als we de aarde delen.

Pietje krijgt een gemiddeld deel van de aarde. Dat zou bijvoorbeeld een stukje grond in Nederland kunnen zijn met een waarde van E70 000.

Klaasje krijgt een kleiner deel van de aarde. Dat zou bijvoorbeeld een stukje grond in Nederland kunnen zijn met een waarde van E20 000.

Jantje krijgt een groter deel van de aarde. Dat zou bijvoorbeeld een stukje grond kunnen zijn met een waarde van E130 000. Dit stelt hem in staat om grond te verhuren aan bijvoorbeeld Klaasje. Op deze manier zou ieder gelijke kansen op welvaart kunnen hebben. Het is daarbij niet nodig om allerlei belastingen en wetten te verzinnen. Mensen kunnen dus leven zoals ze dat willen, ongehinderd door allerlei belastingen en wetten die niet alleen zorgen voor meer gelijkheid, maar ook allerlei ongewenste andere effecten hebben, zoals het ontmoedigen van hard werken en inefficientie die ontstaat als een overheid andermans geld uitgeeft aan een ander.

Dit idee klinkt misschien theoretisch, maar het is erg interessant. Het zou in principe mogelijk zijn om exact gelijke kansen te creeeren zonder daarvoor allerlei instanties op te richten die onze vrijheid inperken. Dat zou ons van veel problemen verlossen. En het resultaat zou aan de ene kant inhouden dat er meer gelijkheid is dan de meest sociale politieke partijen voor mogelijk houden. En aan de andere kant zouden we veel vrijer kunnen zijn dan de partijen die zich op dit moment liberaal noemen zich voor kunnen stellen.

Natuurlijk zitten er aan het oorspronkelijke idee nog wat praktische bezwaren, maar daardoor moeten we ons niet te snel laten ontmoedigen. Inderdaad, het is zo goed als onmogelijk om voor elke baby precies te berekenen welke kansen deze heeft op welvaart. We zouden de aarde zo nooit precies op de juiste manier kunnen verdelen. Mensen kunnen ook later in hun leven geluk of pech hebben. Misschien raakt iemand opeens invalide. De grondprijzen kunnen veranderen. Dat is dan een nieuwe situatie waar we iets mee moeten. Laten we de praktische uitwerking van het idee van Libertarisme zonder ongelijkheid of Gelijke kansen zonder bemoeizucht eens onderzoeken. Als we consessies gaan doen, betekent dit dat de samenleving niet volledig libertarisch zal zijn en ook niet volledig gelijk. We kunnen met deze nieuwe inzichten echter proberen om er zo dicht mogelijk in de buurt te komen.

Eerst de wijze waarop we de aarde kunnen delen. Het idee om eenmalig te verdelen is natuurlijk niet realistisch. Maar er ligt al een betere oplossing op de plank. We kunnen de aarde eerlijk delen door middel van een hoofdelijk te verdelen grondwaardebelasting. Wie grond bezit, betaalt belasting over de waarde ervan. Enkel over wat de natuur ons schenkt, betalen we deze belasting. Dus niet over ons huis of over de bomen die we hebben geplant. Uitgangspunt is immers dat we enkel delen wat de natuur ons schenkt. De opbrengst van deze grondwaardebelasting wordt vervolgens hoofdelijk verdeeld. Iedereen ontvangt bijvoorbeeld per maand een bepaald bedrag. Voor iemand die een gemiddelde waarde aan grond bezit, komt dit bedrag overeen met de belasting die hij betaalt. Voor iemand die geen grond bezit, komt het bedrag in het ideale geval overeen met wat hij nodig heeft om zijn eerlijke deel van de aarde te huren. Op deze manier kan iedereen gratis over zijn plek op aarde beschikken.

Het idee van libertarisme zonder ongelijkheid gaat een stapje verder. We houden bij de verdeling van de opbrengst van de grondwaardebelasting rekening met de kansen op welvaart en geluk die ieder heeft. Wie rijke ouders heeft, fit is en goed in geld verdienen, krijgt een lager bedrag dan wie arme ouders heeft, minder fit is en slecht is in geld verdienen. Een gemiddelde burger ontvangt 100% van het bedrag dat nodig is voor het huren van zijn deel van de aarde. Wie het zwaar heeft, ontvangt misschien anderhalf keer zoveel, dus 150% van het bedrag dat nodig is voor het huren van zijn deel van de aarde. En wie een makkelijk leven heeft, ontvangt minder dan 100%.

Natuurlijk is het niet mogelijk om perfect te meten in welke mate mensen goede of minder goede kansen hebben op een welvarend of leuk leven. Maar ik denk dat iedereen het er wel over eens is dat het mogelijk is om een grove schatting te maken. Op dit moment wordt ook op een of andere wijze bepaald in welke mate mensen recht hebben op een uitkering. En mensen die goed zijn in geld verdienen betalen meestal ook meer belasting dan mensen die slecht zijn in geld verdienen. In het meest eerlijke geval, is herverdeling niet gebaseerd op de hoogte van het inkomen, maar op de kansen om een welvarend en gelukkig leven te leiden. Hard werken is immers een keuze. Iemand die kansarm is, kan door heel hard te werken misschien een hoog inkomen hebben.

Zelfs als we het bedrag dat mensen ontvangen uit de opbrengst van grondwaardebelasting maar in beperkte mate corrigeren voor meer of minder kansen, zal deze methode grote effecten hebben op de mate van ongelijkheid. Verschil in grondbezit is namelijk de drijvende kracht voor ongelijkheid. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de enorme verschil tussen mensen die een woning bezitten en de mensen die huur betalen. En vooral ook aan het verschil tussen de mensen die vier huizen bezitten en de mensen die huur betalen. Wie een woning huurt, is elke maand een flink bedrag kwijt voor zijn plek op aarde en profiteert niet van de steeds hogere huizenprijzen. Er is sprake van een vicieuze cirkel: wie huur betaalt, kan lastig sparen en is mede daardoor niet in staat om een huis te kopen. Als we enkel dit patroon zouden kunnen doorbreken, zouden de effecten enorm zijn.

Gelijkheid zonder bemoeizucht

Libertarisme zonder ongelijkheid is de meest zuivere vorm van het idee waar we het vandaag over hebben. Het toont aan dat we volledig de baas kunnen zijn over onszelf zonder ongelijkheid te accepteren. Als we het idee met een korreltje zout nemen, zouden we ook kunnen spreken van gelijkheid zonder bemoeizucht. Hoe zouden we kunnen zorgen voor gelijkere kansen zonder bemoeizucht?

Herverdeling bestaat grofweg uit twee dingen:

*Geld innen, normaal gesproken door belasting te heffen.

En

*Geld uitkeren. Dat kan op allerlei manieren, bijvoorbeeld door middel van uitkeringen of toeslagen, maar ook door zaken als woningbouw, zorg en onderwijs aan te bieden of te subsidieren.

Geld innen en geld uitkeren kan allebei op meer of minder bemoeizuchtige manieren. Onder bemoeizuchtig versta ik dat het normale gedrag van mensen verstoord wordt. Mensen doen niet meer zomaar datgene wat effectief lijkt om hun leven mooier te maken, maar ze laten hun gedrag beinvloeden door belastingen, toeslagen en subsidies.

Enkele voorbeelden van bemoeizuchtige manieren om geld te innen:

  • Overdachtsbelasting. Deze belasting benadeelt mensen die vaker verhuizen ten opzichte van mensen die hun hele leven op dezelfde plek blijven wonen.
  • Belastingen op leuke dingen, zoals toeristenbelasting. Deze belasting ontmoedigt mensen om leuke dingen te doen. Mensen met veel geld merken er weinig van, mensen met minder geld merken dat hun vakantie duurder wordt, terwijl het hun vrije keus zou moeten zijn of ze thuis blijven of een poosje ergens gaan kamperen.
  • Loonbelasting. Deze belasting ontmoedigt bedrijven om personeel in dienst te nemen. Wie investeert in machines heeft minder last van deze vorm van belasting.

Ook het uitkeren van geld kan op meer of minder bemoeizuchtige manieren.

In het ideale geval krijgen mensen die geen makkelijk leven hebben hiervoor een vast bedrag per maand. Vervolgens zijn ze volledig vrij om te kiezen hoe ze het beste uit hun leven te halen. In de praktijk zitten mensen die geld ontvangen gevangen in een stelsel van uitkeringen en toeslagen. Wie iets doet om verder te komen in het leven, wordt daarvoor gestraft met een lagere uitkering of minder toeslagen. Minder bemoeizucht zou niet alleen leiden tot meer efficientie, maar ook zorgen dat ook deze mensen weer het gevoel hebben dat ze vrij zijn.

Natuurlijk bestaan er altijd uitzonderingen. Sommige mensen hebben misschien bemoeizucht nodig omdat ze bijvoorbeeld niet in staat zijn om op een enigszins verstandige manier met geld om te gaan. Maar we moeten er niet te snel van uit gaan dat heel veel mensen niet in staat zijn om hun eigen beslissingen te nemen.

Door te kiezen voor de minst bemoeizuchtige vormen van geld innen en geld verdelen, verdwijnen veel van de schadelijke effecten die tot nu toe steeds horen bij streven naar meer gelijkheid. Het delen van de aarde vormt de basis en is meteen ook de minst bemoeizuchtige manier om geld te innen. Het kan niet leiden tot slavernij, want we verdelen niet de vruchten van onze arbeid, maar het geschenk dat de natuur de mensheid heeft gegeven. De meest bemoeizuchtige en daarmee de meest nare belastingen schaffen we direct af. Mensen worden niet meer gestraft voor verhuizen of op vakantie gaan. Hetzelfde doen we aan de uitkeringen- en toeslagenkant. We straffen mensen die samen in een huisje gaan zitten of op een andere manier goedkoop wonen niet meer door hun huurtoeslag af te nemen.

Ook als we niet helemaal zuiver in de leer zijn, kunnen we dus veel halen uit het idee van libertarisme zonder ongelijkheid.

Heel veel regelgeving van de overheid is in feite bedoeld om de nare gevolgen van ongelijkheid binnen de perken te houden. Denk bijvoorbeeld aan regels om uitbuiting van werknemers te voorkomen.  Eisen die gesteld worden werktijden of aan huisvesting van personeel. Als we werkelijk iets doen tegen ongelijkheid, zijn al die regels niet meer nodig. Bedrijven die werkenemers kunnen uitbuiten zijn een symptoom van ongelijkheid. Gelijke kansen zijn de oplossing. Wie voldoende kansen heeft, gaat geen afschuwelijk werk doen, tenzij de beloning geweldig is. Wie kan beschikken over zijn plek op aarde is beter in staat om een eigen bedrijfje te beginnen als zijn werkgever niet aardig genoeg is. Zolang het onbetaalbaar is om een eigen werkplaatsje te huren, heb je als werknemer weinig keus.

Misschien kan onze samenleving niet draaien zonder enige vorm van bemoeizuchtige belastingen. Maar we kunnen wel eisen dat de hoeveelheid bemoeizucht altijd minimaal moet zijn. Dankzij het idee van libertarisme zonder ongelijkheid kunnen we eindelijk echt geloven in vrijheid, zonder ongelijkheid daarmee op de koop toe te nemen. Als we de aarde delen en als we in voldoende mate gelijke kansen hebben, is de voornaamste taak van een overheid volbracht. Misschien blijven er nog wat klusjes over. Een zekere mate van ruimtelijke ordening, zodat er voldoende natuur en open landschap overblijft. Misschien is het handig als een overheid wegen onderhoudt. Maar dat zijn kleinigheden, daar is geen torenhoge belasting voor noodzakelijk.

Is libertarisme zonder ongelijkheid of gelijkheid zonder bemoeizucht politiek haalbaar? Tot nu toe wordt geo-libertarisme nauwelijks serieus genomen. Politici leiden onze aandacht succesvol af van deze oplossing, en kiezen liever voor de ideeen van Marx: gelijkheid met heel veel bemoeizucht. Misschien doen ze dat wel omdat juist de mensen die veel macht hebben ook veel vastgoed bezitten. Het is dus niet hun belang om dit probleem op te lossen. Zolang we gelijkheid blijven associeren met een bemoeizuchtige overheid, blijft meer gelijkheid in de praktijk onbereikbaar. De middelen zijn immers al snel erger dan de kwaal.

Aan de andere kant kunnen we stellen dat het voor de hand ligt dat mensen in een democatie uiteindelijk zullen kiezen voor geo-libertarisme. Als het grondbezit ongelijkmatig verdeeld is, houdt dit in dat een minderheid de meeste grond bezit. De meerderheid bezit dus relatief weinig grond en is hiermee in feite slachtoffer van het huidige systeem waarin we de hoofdprijs betalen voor onze plek op aarde. En in principe zou de meerderheid de baas moeten zijn in een democratie. Alleen moet die meerderheid dan wel inzien wat er aan de hand is.

Er is dus hoop. Mensen die dol zijn op vrijheid en mensen die streven naar werkelijk gelijke kansen zouden niet tegenover elkaar moeten staan. Ze kunnen met elkaar samenwerken om de wereld mooier te maken op een manier die wel werkt.  

Add a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *